Vijf redenen waarom woningbouw goed is voor Curaçao
Zelden is de woningbouw door een land zolang en zo consequent als sterke economische factor over het hoofd gezien als op Curaçao. Dit is een pleidooi voor een immer betrouwbare, duurzame en dankbare pijler van welke economie dan ook: de woningbouw.
De kunst van het regeren, hedendaags, is maximaal rendement halen uit de schaarse belastingcenten die de overheid heeft. Met andere woorden, hoe haal je zoveel mogelijk resultaten met zo min mogelijk geld? Zeker als blijkt dat we niet productief genoeg zijn (onderzoek TAC 2012), als blijkt dat nog steeds teveel geld naar het buitenland stroomt, onze economie groei hapert (Centrale Bank) en er een algemeen gebrek aan vertrouwen in de publiek sector heerst (onderzoek Transparency International). Ook blijkt Curaçao (nog niet) te kunnen accepteren dat financiële dienstverlening als unique selling point een verloren strijd is. Sinds twee decennia verschuiven de offshore-activiteiten meer en meer naar de voormalige Britse koloniën. Nederland heeft samen met de Verenigde Staten al in de jaren tachtig een stokje gestoken voor de aantrekkelijke fiscale wetgeving op Curaçao. Een ander ex-pijler van vorige eeuw: de olieraffinage van de Isla houdt de opmars van schone energie echt niet tegen. De komende jaren hebben we hard nodig om nieuwe pijlers te bouwen, zeker nu onze partners binnen het Koninkrijk nog nauwelijks hun economie op gang krijgen en er geen cent meer deze kant op komt. Bovendien vallen de cijfers van toeristen uit economische crisisgebieden als Nederland weer fors tegen. Ja, we zullen het zelf moeten doen en maken!
Waarom investeren in woningbouw?
Onze woningbouwproductie is momenteel historisch laag en belemmert in allerlei opzichten de ontwikkeling van Curaçao als aantrekkelijke plek om te wonen en werken. Dynamiek op de woningmarkt is ver te zoeken, teveel mensen wonen in te krappe en slechte woningen en FKP kan de vraag niet aan. Er zijn onvoldoende geschikte woningen op Curaçao beschikbaar. Voor pas afgestudeerden en gepensioneerden is het kommer en kwel op de woningmarkt. Zo houden we onze ‘brain drain’ ongewild keurig netjes op peil. Bovendien ligt een hele sector en bijbehorende werkgelegenheid stil. Het gebrek aan vertrouwen bij investeerders is historisch laag.
Vijf redenen waarom woningbouw bijdraagt aan een goed draaiende economie en een sociale en duurzame samenleving:
1. Universeel recht van de mens
Het recht op een adequate levensstandaard is vastgelegd in de Universele Verklaring van de Mens zoals door de Verenigde Naties aangenomen: ,,Iedereen heeft het recht op een adequate levensstandaard voor de gezondheid en welzijn van hemzelf en zijn familie, inclusief voedsel, kleren, huisvesting en […….] of ander tekort aan broodwinning in omstandigheden die buiten zijn controle liggen.” Ook volgens het Handvest voor de Rechten van de Mens is een goed huis een basisbehoefte en een grondrecht.
Alle burgers van de landen, die dit Handvest hebben ondertekend, hebben recht op goede betaalbare huisvesting om hun leven inhoud te geven en om een goede opvoeding te kunnen bieden aan hun kinderen. Wanneer staat een individu of groep op die dit recht opeist? Wat is ons beschavingsniveau? Wat is voor ons als gemeenschap aanvaardbaar? En hoe vertaalt zich dat in een woning voor iedereen? Uitgangspunt voor woningbouw is een principiële, een norm voor het beschavingsniveau van een samenleving.
2. 444 km2: kiezen en plannen
We moeten al onze wensen op een oppervlakte van slechts 444 km2 organiseren. En wanneer een stuk grond eenmaal een bestemming heeft, kunnen we (bijna) niet meer terug. Ruimtelijke ordening of planning draait om vaste onderdelen, waarvan infrastructuur, natuur, commercie en woningen veruit de belangrijkste communicerende vaten zijn. Hiervan is de woningbouw dan weer socio-economisch het meest sturende. We kunnen onszelf een hoop ellende besparen door nu onze schaarse gronden goed en efficiënt te ordenen. En eigenlijk zijn we het aan ons nageslacht verplicht om nu, als goede rentmeesters, hun toekomstig woongenot te garanderen door leefbare woonwijken te plannen en te realiseren. Leefbare wijken, die goed verweven zijn met de natuur, weinig energie onttrekken en kindvriendelijk zijn. We kunnen nu kiezen voor een ruimtelijke ordeningsramp door ongebreidelde bouw of gaan voor een mooie balans tussen natuur en cultuur.
3. Quality of living
Jaarlijks brengt het vermaarde tijdschrift The Economist de lijst van ‘World’s most livable cities’ uit. Het is de graadmeter voor steden: hoe aantrekkelijk ze zijn als vestigingsplaats voor multinationals, young professionals en investeerders. De belangrijkste vestigingsfactor voor (hoger) opgeleiden is en blijft een aantrekkelijke en betaalbare woning, veiligheid, voorzieningen, natuur, onderwijs en gezondheidszorg. Waar staan we met het denken, ontwikkelen van ideeën en concepten over wonen? Hoe verhogen we onze quality of living door fijne buurten? Waar voert men het debat hierover en hoe actueel is onze wet- en regelgeving? Hebben we een maatstaf voor wat we verstaan onder een goede woning, een goede wijk of in ieder geval een poging daartoe? Curaçao heeft een aangenaam klimaat, mooi en afwisselend landschap, ligt strategisch tussen Europa, Noord- en Latijns-Amerika gepositioneerd met gebrek aan aantrekkelijke woningen.
4. Economie
Alle cijfers en statistieken wijzen dezelfde kant uit: offshore is een aflopende zaak en de olieraffinage als pijler van de economie is over vijf jaar fata morgana. Desalniettemin is de potentie van Curaçao aanwezig om ook in de toekomst het huidige inwonertal te behouden en zelfs te laten toenemen! Nu komt het aan op de meest elementaire economische spelregel van vraag en aanbod. Afgestudeerden en gepensioneerden, maar ook onze professionals met enige jaren ervaring, die terug willen, zoeken moderne, betaalbare energiezuinige woningen in leefbare wijken. De motor van onze economie: de middenklasse van politieagenten, onderwijzers, verplegers en winkelpersoneel: allemaal zijn ze op zoek naar een fatsoenlijke woning. Een fatsoenlijke woning, die niet of nauwelijks wordt aangeboden. Duurzaam beleggen in vastgoed is een probaat middel tegen deviezenvlucht, sterker nog het trekt nieuwe investeerders aan en wekt vertrouwen. Van de afgegeven bouwvergunningen tussen 2003 en 2009 schat de overheid dat de waarde hiervan schommelt tussen de 153,1 miljoen gulden in 2005 en 441 miljoen in 2008 (Bron: CBS en Ministerie van VVRP). De bouw- en vastgoedsector is goed voor maar liefst 20 procent van het binnenlands bruto product (bbp) van Curaçao. Stelt u zich eens voor wat de economische ‘spin off’ is als we meer woningen sneller, goedkoper en energiezuiniger bouwen. Laat staan het maatschappelijk rendement.
Minder meetbaar en toch logisch is dat een prettig dak boven je hoofd bijdraagt aan je welzijn. De eerste woningbouwverenigingen in Nederland waren er niet uitsluitend uit charitatieve overwegingen. De werkgevers wisten het zeker: goede woningen voor werknemers is goed voor de omzet! Economen, tel uit je winst!
5. De bouw
Sinds mensenheugenis bouwen we op een zeer arbeidsonvriendelijke wijze; dag in dag uit in de zon en stof, zware blokken hijsend en een ongelooflijke hoeveelheid afval producerend. Geen wonder dat er niet veel mensen zijn die voor dit werk te porren zijn, en dat terwijl er sinds de industriële revolutie prefabricage van woningen over de hele wereld gangbaar is. Het komt erop neer dat er zoveel mogelijk in de fabriek gemaakt wordt. Onder deze verbeterde omstandigheden werken betekent betere kwaliteit in de bouw en een veel hoger bouwtempo op locatie. De bouwsector kan het zich niet permitteren om niet te innoveren, je ziet het ook gebeuren, maar het kan sneller, beter, professioneler en met meer durf en ambitie. Kortom, meer werk in de bouwsector creëren vraagt ook een meer innovatieve wijze van bouwen met als voordeel goedkoper, beter, sneller en energiezuiniger bouwen en wonen.
Woningen bouwen brengt een gemeenschappelijk optimisme met zich mee. Het dient een groot doel, namelijk het tegemoet komen aan het universele recht van de mens, en tegelijkertijd zorgt voor brood op de plank. Het is aan ons om letterlijk en figuurlijk ons huis te bouwen.
Bron: Antilliaans Dagblad